Verschillende vormen van luchtverontreiniging zoals NO2, ozon en fijn stof worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is het belangrijk een onderscheid te maken.
Luchtverontreiniging is in veel gevallen het gevolg van verbrandingsprocessen (bv. bij verwarming thuis, in industriële installaties en in het verkeer). Tijdens de verbranding ontstaat een complex mengsel van zowel gassen als zwevende deeltjes. Afhankelijk van de specifieke verbrandingsomstandigheden ontstaat er een andere mix van gassen en deeltjes.
Verkeer is de belangrijkste bron van het gas NO2, en is het ook een belangrijke bron van ultrafijn stof (PM0,1) en roetdeeltjes. Fijn stof is een mengsel van verschillende soorten deeltjes met verschillende groottes. Bij deeltjes kleiner dan 10 micrometer spreekt men van PM10, zijn ze kleiner dan 2,5 micrometer dan spreken we van PM2,5. Voor fijn stof (PM2,5 en PM10) is de uitstoot door huishoudens, voornamelijk door houtverbranding, belangrijker dan de uitstoot door verkeer.